Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
(1999)–Ton van Strien, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermdKersmisaant.Al is de herbergh voll, al light Gods Soon in 't hoy,
Mijn' Ziele magh'er in, en wilt'er by vernachten.
Kom, vleeschelicke mensch, de vleeschige gedachten
Zijn heden van verdienst: Daer schreidt wat in dit stroy,
5[regelnummer]
Dat voor ons schreyen will: daer all het ydel moy
Van Koninginnen kraem voor stroy is by te achten.
Daer light in dese krib, dat ons geloovigh wachten
Vol tijdelijk vervull' en al ons leed verstroy'.
God light 'er in ons vleesch; God, vaderloos op aerde,
10[regelnummer]
God, moeder-loos by God; het mede-scheppend Woord;
God, Vader van de Maeghd die hem ontfingh en baerde,
En nu te voete light. Hier light, en gaet niet voort,
Mijn' Ziele, maeckt een eind van d'ongerijmde Rijmen;
Ons beste seggen waer ootmoedelick beswijmen.
|
|