Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2617. Iemand den (of zijn) zak geven,ook iemand den zak geven met de banden er bij (Harreb. II, 489 b; De Vries, 106), d.i. iemand wegzenden, zich van iemand ontslaan; in Zuid-Nederland: iemand den zak opgeven (De Cock2, 136); iemand zijn schoven opgeven (Antw. Idiot. 1083); den zak krijgen, weggezonden worden, zijn ontslag krijgen. Reeds in de middeleeuwen was enen sinen sac geven bekendGa naar voetnoot2), en werd het bepaaldelijk van een vrijer gezegd (fri. de koer (korf) op krije), in welken zin het in de 17de eeuw zeer gewoon was. Zie Campen, 106: ick will hem den sack gheven, waarnaast Sart. I, 9, 93 opgeeft: sijn sack nemen, uit den dienst ontslagen worden. Ter verklaring voegt hij er bij: ‘nostrates paroemiam à sacco traxerunt, in quem qui dimittitur, ,res suas componit ac colligit’, eene verklaring, die ook in het Ndl. Wdb. IV, 1924 gegeven wordtGa naar voetnoot3). Voor bewijsplaatsen zie o.a. Sp. Brab. 776; V. Moerk. 113; Van Effen, Spect. VII, 63; X, 28; XI, 17; Sewel, 977: Den zak geeven, to casheer; Halma, 799: Den zak geeven, afdanken, laaten gaan, congédier, donner congé; Harreb. II, 489; afrik. iemand die sek gee; Waasch Idiot. 754: iemand zijnen | |
[pagina 521]
| |
zak geven, hem ontslaan, wegzenden. In de 17de eeuw ook iemand zakken, o.a. bij W.D. Hooft, Jan Salie II v: In oock kan ick meysjes dieder de knechts wel hebben om esackt. Volgens De Bo beteekent in West-Vlaanderen den zak krijgen, uit den biechtstoel weggezonden worden zonder absolutie; anders gezeid den knol krijgen, den smouter krijgen (zie no 2035); vgl. het fr. donner à qqn son sac et ses quilles en trousser, prendre son sac et ses quilles, welke uitdr. aan het kegelspel ontleend zijn; hd. einem den Sack geben; eng. to give the sack, the bag; to get the bag, the sack; to be sent packing; to sack a lover. |
|