2410. Op zijne vingers kunnen narekenen (of natellen),
d.w.z. zeer gemakkelijk kunnen nagaan; eig. eenvoudig door middel zijner vingers en niet door berekeningen op papier. Vgl. Potgieter II, 272: Zijne zusters die op de vingers natellen, hoeveel grooter haar uitzet zou zijn geweest; Nederland, Juni 1914, p. 202: Maar dat je op je vingers kon natellen dat er de helft niet van aan was; De Arbeid, 26 Dec. 1914 p. 3 k. 2: Dat door hem alles zou gedaan worden om deze smerige zaak te bemantelen, kon een ieder van te voren wel op zijn vingers natellen; fri. it is wol op 'e fingers nei to tellen; hd. man kann es an den Fingern abzählen.