Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2402. Hij zal er zijne vingers niet aan blauw tellen,d.i. zijne vingers zullen niet blauwGa naar voetnoot4) worden van het geld tellen (17de eeuw: vingeren); hij zal er niets van krijgen. De zegswijze is in de 17de eeuw bekend, blijkens Smetius, 6: De numeratione vel acceptione | |
[pagina 419]
| |
pecuniae alterius, daer hebb' ick alleen blauwe handen van; Gew. Weeuw II, 51: G. 'k Meende, ten minsten vijf en twintig gulden daar voor te trekken: thien schellingen! 'k kan 't niet dulden. J. Zo doenden zal ik 'er mijn vingers ook niet blouw aan tellen; Coster, 515, vs. 599; V. Loon, 88; Paffenr. 91: Ik wed dat hy in lang aen mijn penningen sijn vingers niet blau en teld; Tuinman I, 95; 323; II, 36; Sewel, 894; Halma, 714: Hij zal zijne vingers niet blauw tellen aan dat geld, hij zal er niets van hebben, il ne se salira pas les doigts de cet argent; Ndl. Wdb. II, 2794; O.K. 179: Maar Barend Witte gun ik die duiten niet, hij zal er zijn vingers niet aan blauw tellen; Jong. 185: Jelui zal je vingers niet blauw telle..... want 't zal wat weze as 't voor de heere komtGa naar voetnoot1). Vgl. hiermede: daar zal hij geen vette vingers van likken, daar zal hij niet van smullen (Ndl. Wdb. I, 1160; Tuinman I, 98); hij zal daar niet aan lekken, hij zal daar niets van krijgen (Tuinman I, 323) en hij kan zijn mond afvegen, eig. ‘hij kan zijn mond afvegen, evenals de anderen doen, nadat zij genoten hebben, maar het genot zelf valt hem niet ten deel’ (Ndl. Wdb. I, 1741); Gunnink, 107: hij zal hem daar niet aan beslabben (bemorsen); Zuidndl. hij mag op zijn kin kloppen (Antw. Idiot. 1812); vgl. fr. il n'a qu'à s'en lécher les barbes (ou le bec); hd. er kann sich's Maul (oder den Mund) wischen. Zie no. 2136. |
|