Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2397. Geen vinger in de asch (of de aarde) kunnen steken,niet het minste of geringste kunnen doen; eene herinnering aan den tijd, toen er geen kachels maar open haarden waren, zoodat een kind zeer gemakkelijk een vinger in de asch kon steken (vgl. asschepoester). De uitdrukking dagteekent dan ook uit de 16de eeuw, blijkens Sart. I, 2, 20: Wy mogen niet een vinger in de Assche steken, wy hebben altijt de Lever gegeten; II, 7, 19: hy steeckt niet een vinger in d'assche buyten hem, ubi quis de minutissimis etiam rebus aliquem crebro, nimiumque diligenter consulit; III, 10, 29: Daer wert niet een vinger in d'assen gesteken, of hy weet het; Tuinman I, 159: Men mag niet een vinger in de assche steken, de meening is, niet het allerminste doen, of het word geweten; D. Meyd.Ga naar voetnoot3) 16: Geen vinger wiert in d'aard gestooken of het wiert voort van haar gerooken, C. Wildsch. III, 23: Mensch! wij kunnen geen vinger in de asch steeken, of hij wil het weeten; W. Leevend, II, | |
[pagina 417]
| |
127; Harrebomée I, 21; Nest, 11: Niemand in de buurt kon een vinger in de asch steken, of ze waren er met hunne neuzen bij; B.B. 9: Ik kon geen vinger in de asch steken of mijn zeevader stond klaar mij te corrigeeren; Het Volk, 17 Sept. 1913, p. 8 k. 1: Mij om opheldering te laten vragen door het eerste het beste jonge broekje in de Partij, als ik een vinger in de asch steek, daar pas ik voor; Molema, 15: hij duurt (durft) gijn vinger in de aske steken, moet anderen steeds naar de oogen zien; fr. men kin gjin finger yn 'e yeske stekke. Ook in Zuid-Nederland: ge kunt geenen vinger in de assche steken, of hij weet het, men mag niet het minste doen, of hij bemoeit er zich mede (Antw. Idiot. 1550; Waasch Idiot. 81). |
|