2370. Verlangen (of hunkeren) naar de vleeschpotten van Egypte,
d.i. terug verlangen naar een vroegeren toestand van welvaart en geluk; eene uitdrukking ontleend aan de geschiedenis der Israëlieten, die op hun tocht door de woestijn murmureerden en terug verlangden naar Egypte, waar ze alles in overvloed genoten; vgl. Exod. 16, 3: Ende de kinderen Israëls seyden tot hen: och dat wij in Egyptenlande gestorven waren door de hant des Heeren, doe wy by de vleesch-potten saten, doe wy tot versadinge broot aten! Vgl. het hd. sich zurücksehnen nach den Fleischtöpfen Aegyptens; eng. to be sick for the flesh-pots of Egypt (or the beanpots of Boston; amer.); fr. regretter les oignons d'Egypte, welke laatste zegswijze ontleend is aan Num. 11, 3. Zie Laurillard, 61; Zeeman, 187; V. Janus, 3: Sommige van deze laatste, nog telkens hunkerende naar de vleeschpotten van Egypten, of naar de soepketels der Stadhouderlooze tijden, klopten aan de deur der genade; Harreb. I, 175 b; Het Volk, 2 Febr. 1914 p. 5 k. 2: Mr. T. de Vries trok er gauw tusschen uit, toen hij zag dat het misliep en keerde naar de vleeschpotten terug; 26 Febr. 1914 p. 1 k. 2: Zoo'n bewering bewijst ook hoe de oppositie gericht is op verbetering van het lot der klerikale baantjesjagers, die zeuren omdat zij niet meer zitten aan de vetpotten van Egypte. Zie no. 1869; afrik.: Verlang na die vleispotte van Egipte.