Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2273. Iemand de tong (af)schrapen,d.w.z. iemand op slimme wijze uithooren, trachten iets van hem te weten te komen; eig. alles er uithalen wat er van te halen isGa naar voetnoot4). Vgl. Kiliaen, 573: Schrabben iemands tonge, adag. j. wt-haelen, examinare incautum; bl. 676: tonghschrabben, callide expiscare (d.i. uitvisschen), indagare (navorschen); Winschooten, 72: Iemands grond peilen, dat is, iemands meening soeken te weeten, en gelijk men segt, de tong te schrappen; R. Ansloo, 421: Wat vangt gy dan myn knapen? Wat hebt gy daer meê voor? - Om hun de tong te schrapen, of gy hem lagen leit; Hooft, Ned. Hist. 408: Deeze gingen hem met veel tongschraapens aan; Tuinman I, 314: Ymand de tong schraapen, dit zegt, door uitvragen iets van ymand zoeken te hooren; Sewel, 791; Halma, 646: Iemand de tong schraapen, iemand looslijk uithooren, | |
[pagina 362]
| |
tirer les vers du nes à qqnGa naar voetnoot1); De Vries, 101: Iemand de tong afschrapen, iemand een geheim ontlokken; A. Jodenh. II, 34: Je mot je niet geneere voor ons, as je wat te zegge het, doe 't dan maar gerus, en as je 't nie wil vertelle.... nou óók goed, ik zal jouw de tong niet sjrape (je niet tot spreken dwingen), sprak Raatje. In Zuid-Nederland: iemands tonge vlaan of vladen (d.i. villen), pellen of pelen, iemand uithooren. Ook op de Deensche Antillen is in het Negerhollandsch deze uitdr. nog bekend; vgl. Hesseling, 139: ju suk for skraep mie Tong, je wilt iets van me te weten komenGa naar voetnoot2). Syn. iem. een kies trekken (V. Loon, 35). |
|