Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2243. Hij is op de (of zijn) teenen getrapt,eig. hem is op eene gevoelige plaats pijn gedaan; bij overdracht: hij is gekrenkt, hij acht zich beleedigd, hij is in zijn wiek geschoten; hetzelfde dus als: Hy is op syn seer ghetast; hy is op syn timpe ghetreden (Campen, 100). Sedert de 16de eeuw vrij gewoon; vgl. Huygens VII, 200; Poirters, Mask. 108: Niet een en is soo stout die eens den grooten Heer derft treden op den teen, en tasten op sijn seer; De Brune, Bank. I, 51; Hooft, Brieven, 398; R. Ansloo, Poezy, 128: Hy treedt hem te lydig op de teenen daar hy gevoeligst is. Op al deze plaatsen komt de uitdr. voor in den zin van: iemand de waarheid zeggen, den vinger op de wond leggen; iemand op zijn plaats zettenGa naar voetnoot1). In de 16de eeuw komt ze evenwel ook voor in de tegenwoordige bet. van geraakt zijn, zooals blijkt uit Trou m. Bl. 61; Idinau, 287: De sulcke iemandt op sijnen teen terden,
Die een ander erghens in ver-stooren.
Vgl. verder nog Haagsche Reize, 33; Halma, 631: Iemand op zijnen teên treeden, offenser quelqu'un; Tuinman I, 293; Br. v. Abr. Bl. I, 193: Deeze geringe eigenzinnigheid, of wilt gy, eerzucht, is misschien al op haar toon getreden, voor er iemand aan denkt; Harreb. II, 327; Mgdh. 305; Propria Cures XXVI, bl. 317; Slop, 153: Ai denkt Pier, die heb ik op zijn kleine teentje getrapt; V.v.d.D. 58: Ik hoor die andere advokaat nog vragen, zoo'n beetje op z'n teenen getrapt: Waarom krijgt mijn cliënt meer? Voor Zuid-Nederland zie Joos, 87; Antw. Idiot. 1225; Waasch Idiot. 644 b; Claes, 232; Schuermans, 715 a en 281 a: gezwind op zijne veersen getreden zijn; gauw pijn gedaan zijn (Rutten, 174); gauw zeer gedaan zijn (Antw. Idiot. 1473); op iemands leer trappen, hem misnoegen (Antw. Idiot. 751); vgl. ook het Friesch: hy is op 'e tean trape of hy is op 'e stirt trape; Twente: hy is doadelick op 'n steert etret; het Groningsch: gou op trip treden wezen (Molema, 422 b); het oostfri.: ligt up de tip of de stert treden wezen; Woeste, 254 b: se het ne oppen stert treen, sie haben ihn beleidigt. Vgl. fr. marcher qqn sur le pied; hd. einem auf die Hühneraugen treten; eng. to tread (or step) on the tail of one's coat; to tread on a p's toes (or corns). |
|