2240. Iemand tantaliseeren,
d.i. iemand kwellen, plagen, door een lust of eene begeerte bij hem op te wekken, die niet kan worden bevredigd; aldus genoemd naar Tantalus, die door de goden veroordeeld was om in de onderwereld eeuwig honger en dorst te lijden, hoewel hij midden in het water stond, dat evenwel terugweek, als hij wilde drinken, en een boom met vruchten beladen takken boven zijn hoofd uitstrekte, die zich omhoog verhieven, als hij ze wilde grijpen; vgl. fr. tantaliser qqn; hd. einen Tantalusquälen erdulden lassen; eng. to tantalise a p.