2225. Zijn beenen (of voeten) onder een anderman's tafel (moeten) steken,
d.w.z. van iemand afhankelijk zijn, door hem onderhouden worden; bij een ander in dienst gaan als knecht of meid (N. Taalgids XIV, 254). Vgl. Serv. 264*: Hie et altijt op eenen tonne, niemant en kan de voet onder de tafel ghecryghen, d.w.z. hij eet altijd alleen; niemand wordt aan zijn disch gevoed (vgl. Huygens, Tr. Corn. 1386); M. de Br. 250: Alles wat ze eten zou in de eerste dagen zou ze moeten krijgen. Ze zou haar beenen onder de tafel van een ander moeten steken; Antw. Idiot. 2077: Ievers zijn beenen onder tafel steken, er gaan eten; Waasch Idiot. 641; Molema, 8: Zien vouten onder ander mans toafel mouten steken, bij vreemden moeten dienen; Afrik. sy voete onder andermans tafel steek, niet meer in de ouderlijke woning zijn (Boshoff, 334); nd. hä musz sing Bein unger ander Luch 's Desch sätze (zie Taalgids V, 187).