Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend2221. Van de taart krijgen,d.w.z. slaag krijgen; vgl. no. 2220. In Limburg, volgens Welters, 96: hij krijgt van de noten; vgl. ook Tuinman I, 105: hy zal zyn kaas wel krygen, zyn loon, of vergelding ontvangen; kaarige stiefmoeders verstaan slaan door kaas geven; Harreb. I, 372 a: hij krijgt deerlijk van de kaas; een leelijke pijp rooken (no. 1823); het Zaansche: een prentje krijgen (Boekenoogen, 789); in het Hagelandsch: van de pan krijge (Tuerlinckx, 493); oostfri. 'n slik oet de pan kriegen; in Antw. Idiot. 2179: 'en zuur saus over zijn patatten krijgen. In de 18de eeuw ook in denzelfden zin van de taart eten, dat wordt aangetroffen in het Boere-krakeel, 73 naast van de taart vretenGa naar voetnoot1), dat te vergelijken is met het 17de-eeuwsche van de aal vreten (Kluchtspel II, 189). In Groningen gebruikt men 'k heb | |
[pagina 340]
| |
d'er toart (kool, kouke) van had in de bet. van: ik heb er de slechte gevolgen van ondervonden, in welken zin wij ook kennen: (geen) kaas van iets gegeten hebben (Harreb. I, 372 a), dat ook gebezigd wordt in den zin van: ‘(geen) ondervinding van iets hebben’. Zie no. 1046. |
|