2213. Van zijn stuk,
gewoonlijk verbonden met de werkw. (af)raken, zijn, brengen, in den zin van onthutst zijn, niet meer weten wat men zeggen moet, van zijn melk staan (of af zijn), zooals men in Zuid-Nederland zegt (Antw. Idiot. 804). Evenals in de vorige uitdr. moet ook hier ‘stuk’ worden opgevat in den zin van onderwerp; vgl. van zijn compas zijn (Huygens, Tr. Corn.); van zijn onderwerp, van zijn tekst geraken (Sewel, 781; Halma, 636); het boekje quyt zijn (Tuinman I, 45); van zijn chapitre zijn; uit zijnen bijbel zijn (Rutten, 28 a); iemand van zijn teem brengen (Sp. Brab. 204; Draaijer, 41 a); van zijnen thema zijn (Waasch Idiot. 649 b); zijnen toon kwijt zijn; van zijnen toon af zijn ('t Daghet XIII, 48); zijn catechismus kwijt zijn (Jord. II, 476); vgl. ook nog Spect. VII, 214; Begeert men Zoïlus en zyne ervaarenheid noch nader te kennen, men breng hem slechts op het kapittel van de Hollandsche Dichtkunst; van zijn à profos (fr. à propos) afdwalen (Nkr. IX, 13 Febr. p. 6); van zijn propoost (mnl. propoost, fr. propos) raken (Harreb. II. LV); van zijn apropos af zijn; zich van zijn apropos laten afbrengen (De Amsterdammer, 25 Oct. 1914, omslag); iem. van zijn apropos afdringen (in Jord. II, 141); op zijn apperepo terugkomen (Jodenh. 30); zijn apprepo weer hebben (Kunstl. 138); syn. van zijn stokkie af zijn (in A. Jodenh. 8; 15); iemand van de kook brengen (in Jord. 401; vgl. no. 1233); zuidndl. van zijn kaba zijn, de kluts kwijt zijn (= noordndl. van zijn karabies zijn, niet meer wel bij 't hoofd zijn (Ndl. Wdb. VII, 783).
In de 17de eeuw is de uitdr. reeds vrij gewoon; men vindt haar bij Winschooten, 303 en 350; Klucht v.d. Pasquil-maecker, 12; verder in Haagsche Reize, 230; Van Effen, Spect. VII, 214; IV, 149; VI, 151; Tuinman I, 242: Hy is van zyn stuk, of van zyn verzet geraakt, welke laatste uitdr. ook bij Hooft voorkomt; Halma, 623: Iemand van zijn stuk helpen, détourner qqn de son dessein; Sewel, 768. Hiernaast iemand van het stuk leiden, iemand van het spoor brengen (Cats I, 275). Ook in Zuid-Nederland is zij bekend; vgl. Schuerm. Bijv. 320 b; 326 a; Antw. Idiot. 2075: van of op zijn stuk zijn, door niets van zijn voornemen af te brengen zijn; van zijn stuk (of stukken) geraken; fri. fen iens stik reitsje. In Oost-Friesland: hê was gans fan 't stük râkt (vgl. ook Eckart, 508); in het hd. jemand aus dem Konzept bringen en aus dem Konzept kommen, eigentlich beziehen diese Redensarten sich darauf, dasz jemand, der seine Rede vorher schriftlich aufgesetzt (konzipiert) und dann auswendig gelernt hat, trotzdem stecken bleibt, weil er durch jemand anders irre gemacht wird (Borchardt, no. 684). Zie no. 1868.