Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 291]
| |
appels (Molema, 51 b); voor spot en boonen zitten, meedoen (Opprel, 84 b); voor spot en spiegel (Noord en Zuid VII, 348; Nav. LIX, 43); för spek un bonen, för 'n stük spek mitlopen (Ten Doornk. Koolman III, 270; Dirksen I, 60); voor doove neuten ergens bij zitten (V. Janus II, 135; 136); for spek en brea (brood) meidwaen (W. Dijkstra, 400); voor kiekenvleesch mee doen (Schuermans, 240 a); 't wittebrood zijn (ibid. 869 a). Volgens het Ndl. Wdb. III, 441 beteekent de uitdr. vermoedelijk eig. ‘geen loon maar alleen den gewonen kost verdienen, gelijk b.v. oudgedienden, die het genadebrood eten’; vgl. De Bo, 195: voor den babbel en den buis, voor eten en drinken, zonder andere vergelding dan ate en drank; Ndl. Wdb. III, 1494: voor den rok en den brok werken, voor kost en kleeding werken; Van Effen, Spect. IX, 239: Dat ge nog niet voor vol kunt aangezien worden, en, om een kinderlyke dog kragtige spreekwyze te gebruiken, dat ge nog maar voor spek loopt. Volgens Halma en Sewel verstond men in de 18de eeuw onder spek en boonen studentenhaver, rozijnen en amandelenGa naar voetnoot1), dus iets lekkers, waarin weinig voedsel zit, dat men ‘toe eet’; en vergelijkt men nu de Zuidnederl. uitdr. 't wittebrood- of kiekenvleesch zijn; ook voor kiekenvleesch meedoen (Claes, 109); veur kiekebil, voor niets (Waasch Idiot. 339Ga naar voetnoot2)), onze zegswijze ‘voor zoete koek meedoen’, en de door Harreb. II, XXXI en LXIII vermelde zegswijze hij doet meê voor de groene kaas, dan ligt het vermoeden voor de hand, dat de eig. bet. kan zijn: voor iets gerings geteld worden, den dienst doen van spek en boonen. De andere uitdrukkingen kunnen dan navolgingen zijn, toen men den eigenlijken zin niet meer verstond. Ze komt o.a. voor in Buiten, 19 Sept. 1914, p. 456: In 't zuiden waken ernstige jongens, die op hun qui vive zijn en drommels goed beseffen, dat ze daar niet voor spek en boonen staan; De Amsterdammer, 29 Maart 1924, p. 8: En zoo loopt de normale mensch-in-het-algemeen in ons, een beetje overspannen, geforceerde wereldje, er nog al eens voor spek en boonen bij; Nkr. II, 9 Febr. p. 2; De Arbeid, 25 Maart 1914, p. 4 k. 2; Ppl. 65; Het Volk, 13 Mei 1914, p. 1 k. 4; A. Jodenh. II, 2; Afrik. vir spek en boontjies; enz. |
|