Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 241]
| |
zooals in Zuid-Nederland gezegd wordtGa naar voetnoot1), maar ‘hij die niet schurftig is, behoeft zich niet te krauwen’. De uitdrukking was in de 17de eeuw bekend, blijkens J. Vos, 263: ‘Ik smijt slechte schoenen te grabbel, wil jyse aantrekken, ik kan niet beeteren datze jou passen’, waarin tevens de verklaring der spreekwijze is te vinden; vgl. verder Huygens, Korenbl. II, 361: 'k Sie dien de schoen wel past die treckt hem geeren aen; C. Wildsch. III, 71: Die den schoen past, kan hem aantrekken; Harreb. II, 253 b; Afrik. as die skoen jou pas, moet jy hom maar aantrek. Voor het nederd. vgl. Taalgids IV, 263; Eckart, 472; Dirksen I, 83; Wander IV, 355: wemme de Shoh passet, de tüht en an; Dirksen I, 272; vgl. het hd. wem die Mütze passt, der setze sie auf; eng. if the cap fits, wear it; voor Zuid-Nederland vgl. Schuermans, 591 b; Waasch Idiot. 579 b; Antw. Idiot. 2019: dien 't schoentje past, die trekke 't aan; fri. dy de skoech past, tsjucht him oanGa naar voetnoot2). |
|