1982. Niet in iemands schaduw kunnen staan,
d.w.z. niet met iemand kunnen vergeleken worden; niet in één adem genoemd kunnen worden; verreweg de mindere zijn; eig. niet in iemands nabijheid kunnen staan; vgl. Harreb. II, 242 a; Afrik. ek kan nie in sy skaduwee staan nie; Vondel, Maeghden, opdracht, 22: Wy volgen in hun schaduw, slechts van veer, de Grieken; Virg. I, 31: Naerdien niemant zich openbaerde, die in de renbaen der heldenpoëzye hem (Homerus) niet verre achter aen in zijne schaduwe volghde; Taal en Letteren IX, 125; 220, waar andere verklaringen gegeven worden.