1953. Geen rozen zonder doornen,
d.w.z. aan het aangename is altijd eene onaangename zijde; geen lief zonder leed. Zie De Brune, 378: Men vint gheen roozen zonder doren; ook bl. 402: Gheen rooze, die gheen dorens heeft; Tuinman I, 94; 125. Het is eene in zeer vele talen bekende zegswijze; vgl. o.a. Afrik. daar is geen rose sonder dorings nie; het hd. keine Rose ohne Dornen; fr. il n'y a point de roses sans épines; eng. no rose without a thorn; ital. non v' è rosa senza spina; zweedsch: ingen ros utan törne; enz. Zie Wander III, 1725-1726.