Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1952. Met een roode letter in den almanak aangeteekend staan,d.w.z. als een heilige vereerd worden; hooggeschat, in eere gehouden worden; ontleend aan de gewoonte om in den almanak de heilige dagen met een roode letter aan te wijzen; vgl. eng. red-letter day, feestdag; hd. einen Tag im Kalender rot anstreichen. Zie De Brune, Bank II, 21: Kleyne beuzelinghen, die van passe zoo veel zouts hebben, dat-ze niet | |
[pagina 218]
| |
fletsch en smakeloos zijn, werden gecanonizeert, en verdienen een roode letter in den almanack; Pierlep. 6: Zoo je dat wel uitvoert, je bent een roo letter in jou Almanak; Hooft, Brieven, 563: Ik vind' er U.E. naam al meede gespelt, en, om zoo te zeggen met roode letters; Six. v. Chand. Poesy, 575: Ik teeken in myn almanach
Met rooden ink dien goeden dagh.
Verder Van Effen, Spect. X, 135; Tuinman I, 22: hy zal geen roode letter in den Almanack krijgen; De Cock I1, 248; Volkskunde XIV, 150; Harrebomée I, 13: Het is geen heilige: hij zal geene roode letter in den almanak krijgen; Slop, 105: Hij behoorde tot de zoogenaamde beruchte lui, die met een rood kruis staan aangeschrevenGa naar voetnoot1); Ndl. Wdb. XIII, 1182; 1183; vgl. het fri.: hy kriget in reade letter yn 't almenak, hij heeft zich verdienstelijk gemaakt, dit zal hem in 't vervolg goed doen. De Romeinen zeiden albo of candido calculo notare, met een wit steentje merken; vgl. no. 1238. |
|