Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 211]
| |
Die altoos arme sloof sit rontom in de ayeren,
En waarse gaat of staat, komt met dat krijtend goet an bayeren.
Maer of ick schoon so mal noch worden alsen mens,
Ick hadder haast genoech an een rijckeluyer wens.
Ndl. Wdb. XIII, 296; Harreb. I, 138: Een zoon en een dochter is rijke lui's wensch; vgl. in Zuid-Nederland een keuningswensch, wanneer men drie zonen en drie dochters uit één huwelijk in 't leven heeft (Antw. Idiot. 645); of twee kinderen, een zoontje en een dochtertje (Claes, 119; Waasch Idiot. 339); fri. twa jonges en twa femkes dat is rikeliûs-winsk. |
|