Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1925. In een slechten (of kwaden) reuk staan,Ga naar eind1925d.w.z. niet gunstig bekend zijn; eig. bekend staan als een slechten reuk hebbende, zoodat men hem niet kan luchten of rieken (Zuid-Nederland); eigenschappen bezitten, die bij anderen eene onaangename gewaarwording te weeg brengen, bij vergelijking met iets dat stinkt. Vgl. het mnl. stinken vore enen, gehaat zijn bij iemand; hd. er stinkt vor mir, ist mir zum ekel; eng. to stink, in slechten reuk staan. Vgl. Sewel, 673: In een goede reuk zyn, to have a good character or reputation. Hiernaast kwam in denzelfden zin voor: een slechten geur hebben, o.a. in Van Effen's Spect. IX, 98: De plaatsen, daar de verketterde Arrius, en de strenge Govard met de bult het leven kwyt gingen, hebben een slechte geurGa naar voetnoot1); Afrik. hy staan in 'n slegte (goeie) ruik. Vgl. fr. (n')être (pas) en bonne odeur; hd. in gutem, schlechtem Geruche stehen; eng. to be in good (bad) odour. Zoo spreekt men ook van een reuk (of geurGa naar voetnoot2)) van heiligheid, de kenmerken van heiligheid, in de uitdr. ‘in een reuk van heiligheid staan’, voor zeer godvruchtig doorgaan, de sporen van heiligheid vertoonen; fr. une odeur de sainteté; hd. ein Geruch der Heiligkeit; eng. an odour of sanctity. Zie Ndl. Wdb. IV, 1895; Taalgids I, 203 en vgl. de uitdr. Daar is, kleeft of zit een luchtje aan, dat is niet in den haak, die zaak is niet pluis, ook van personen gezegd, die in een kwaden reuk staan (M.z.A. 13; Nkr. V, 24 Juni p. 6; Nw. School II, 149; De Arbeid, 7 Nov. 1914 p. 2 k. 1; Amstelv. 152; Gron. 261: 't Is jandoppie of 'r 'n luchtje aan 't huwelek kleeft; De Nw. Amsterdammer, 9 Januari 1915 p. 1 k. 4: De voornaamste nieuwsagentschappen der wereld vervullen een officieuse rol, waar al te vaak een luchtje aan is); Ndl. Wdb. VIII 3130; fri. der is in forkearde lucht oan; Afrik. daar is 'n ruikie (geurtjie) aan. Vgl. ook Bij iemand in den (of goeden) geur staan, dat wil zeggen in een goeden reuk staan bij iemand, bij hem in den pas staan, een wit voetje hebben bij iemand. Zie Sjof. 198: Dat was de manier om in de geur te komen; Het Volk, 7 Jan. 1914 p. 5 k. 2: De firma D. heeft ook een winkel. Zij verkoopt schoonmaakbenoodigdheden en de vrouwen moeten, willen zij niet al te slecht in den geur staan, zoo nu en dan eens wat koopen; 3 Maart 1914 p. 10 k. 3: Wie het goedkoopst werkt, staat bij de administratie het meest in den geur; 15 Mei 1914 p. 7 k. 4: Bij de justitie stond hij al evenmin in goeden geur; De Arbeid, 4 Juli 1914 p. 3 k. 4: Door z'n optreden tegen de arbeiders kwam hij natuurlijk in den geur bij de heeren fabrikanten; Nkr. III, 14 Febr. p. 6: Een agent in Amsterdam
Komt gauw in de geur en
In de gunst van zijnen chef
Door veel te bekeuren.
Nkr. II, 6 Dec. p. 6: Ben je van de kleur der regeering en sta je in den geur; Jord. II, 59: Als je eenmaal bij hem in de geur staat as meid, kijkt ie je dood! |
|