Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1908. Al zouden de raven het uitbrengen.Dit gezegde kan een herinnering bevatten aan het oudgerm. geloof, dat raven tijdingen brachten aan hunnen heerGa naar voetnoot3). Zoo brachten Odin de beide raven Hugin en Munin (gedachte en herinnering) de tijding van al hetgeen zij gezien en gehoord hadden; en volgens een middeleeuwsch verhaal, waarschuwde een raaf zijn heer tegen naderende en dreigende gevaren, en vertelde deze hem ook de ontrouw zijner vrouwGa naar voetnoot4). Bij Ovidius, Metamorphosen II, komt echter ook de raaf als. aanbrenger voor, evenals de kraai. In den roman van Willem Leevend VIII, 63 staat: ‘al moesten de hanen het uitbrengen’, dat herinnert aan geen haan zal er naar kraaien en aan het verouderde kraaier, verklikker, aanbrenger; in de Gew. Weeuw. III, 20: Boosheit blijft niet verborgen, al zouden 't de kraayen klappen. Vgl. Verdam in de Handelingen der Maatschappij v. Nederl. Ltk. 1897/98, bl. 73; vooral Volkskunde XXII, 97 vlgg.Ga naar voetnoot5); Sloet, De Dieren in het Germ. Volksgeloof, bl. 223 vlgg.; Ons Volksleven XII, 13; H. Beckering Vinckers in Tijdschrift, XXXIX, 153; Antw. Idiot. 705: al zouden het de kraaien uitbrengen; Waasch Idiot. 369: de kraaien zullen 't uitbringen, de zaak zal wel eens gekend worden (evenzoo Teirl. II, 178). |
|