Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1902. Als (het) puntje bij (het) paaltje komt,ook als putje (pitje) bij paaltje komt (Top Naeff, Het Veulen, bl. 310) of als 't tot puntje paaltje komt, d.i. als het op stuk van zaken aankomt, als het op de uitvoering aankomt, als 't op zijn punt of zijn stuk komt, zooals men in Zuid-Nederland wel zegt (Antw. Idiot. 1007; 2075; fr. venir au point; eng. to come to the point), als de noot gekraakt wordt, als de knijper op den staart komt. Vgl. Nkr. I, 24 Nov. p. 2: Maar als puntje bij paaltje komt; VI, 24 Febr. p. 2: Och als puntje bij paaltje komt dan halen onze dierbare broederen wel bakzeil; De Amsterdammer, 7 Dec. 1913, p. 1 k. 3: Als dan puntje bij paaltje komt kan men dien | |
[pagina 197]
| |
officieelen geweldenaars niet euvel duiden, zoo zij eens doen wat van hun beroep en hun roeping is; Handelsblad, 8 Nov. p. 1 k. 2 (ochtendbl.): Het is hard voor zulke heeren dat zij, wanneer het puntje bij het paaltje komt, blijk geven van een naïviteit, enz.; 16 Juni 1914, p. 5 k. 4 (avondbl.): Duitschland en Oostenrijk vragen zich af, of zij, wanneer het puntje bij het paaltje komt, wel veel steun zullen krijgen van hun bondgenoot; De Arbeid, 31 Jan. 1914, p. 4 k. 2: Nu komt juist het puntje bij 't paaltje; Het Volk, 23 Mei 1914, p. 1 k. 4: Als het puntje bij paaltje komt, draai ik mij er wel op de een of andere manier uit!; 2 Juli 1914, p. 2 k. 4: Nu is het puntje bij het paaltje gekomen; 12 Oct. 1914, p. 2 k. 3: 't Lijkt wel wat zonderling, dat men eerst alle bewoners letterlijk heeft weggejaagd door een dikke bravour-mededeeling en dat men, toen 't puntje bij 't paaltje kwam, al die bravour heeft laten varen; Nkr. VIII, 21 Nov. p. 2; Propria Cures XXVI, 188: Toen 't puntje aan 't paaltje kwam, deed de partij overal mee aan het toestaan der budgetten; enz. Hiernaast putje bij paaltje houden, wat bijeen hoort, ook bijeen houden, zich bij zijn leest houden, consequent blijven (Ndl. Wdb. XII, 19); van pitje tot paaltje iets verhalen (Spaan, 480; Harreb. II, 159). De oorspr. dezer allitereerende zegswijzen is onbekend. Waarschijnlijk bewaren zij eene herinnering aan het mnl. putten ende palen, puttepalen of pittepalen, de grenzen van een gebied door putten (kuilen) en palen aanwijzen, nauwkeurig nagaan wat iemand toekomtGa naar voetnoot1). |
|