Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1868. Bij zijn positieven zijn,d.w.z. bij kennis zijn, zijn denkvermogen niet verloren hebben; goed bij zijn positieven zijn, zijn volle denkvermogen bezitten. In het fr. komt positifGa naar voetnoot3) voor als rechtsterm, ‘position, solution posée comme vraie et qu'on doit soutenir’, dus bewijsmiddel bij een proces. ‘Zijn positieven kwijt zijn’ kan dan beteekenen: bij een proces zijn argumenten niet bij de hand hebben, dus niet kunnen bewijzen wat te bewijzen valt. Het znw. ‘positieve’ komt voor in C. Wildsch. IV, 233: Maar als een mensch zijn positive (verstand) weg is, is alles verloren: bl. 236: Bid jij onzen lieven Heer om je mans leven; en dat hij zijn positive | |
[pagina 182]
| |
weêr mag krijgen; S.M. 8: Daardoor (omdat hij nooit te veel dronk) was Daniël Mellinga dan ook een man geworden, die ‘altijd bij z'n positieven was’; Handelsblad, 13 Nov. 1914 (ochtendbl.), p. 1 k. 2: In Mechelen moest onze armzalige hit wat tot zijn positieven (op zijn verhaal) komen, en ik gebruikte den tijd die daarvoor noodig was om wat rond te kijken; Kunstl. 85: De dokter had haar met cognac willen bedwelmen, maar ze wou niet drinken.... Ze bleef dan bij d'r positieven.... ze wou d'r wete, waar ze bleef; Jord. II, 151: 'n Oogeblikkie.... 'n mensch mot eers s'n posetieve vinde; Barb. 8: Pippa, de dansende, is de fijngeslepen champagne-kelk, waarin de liefde parelt. Wie er uit drinkt, raakt zijn positieven kwijt; Nw. School V, 8: En dan is-ie niet van streek, nee, o nee; dan kijkt-ie ongegeneerd in 't rond, en is nog zozeer bij z'n positieven, dat-ie krities kijkt; Buning, Menschen zooals er meer zijn, bl. 124: De heer Hazelhoff had werkelijk een ‘hooge fatsoenlijkheid’ over hem zoolang hij bij zijn positieve was, maar aan den wal zijnde, bracht de drank hem gewoonlijk tot een rampzalig einde; A.t.A. 158: 's Ochtends, dan was ie wel chegrijnig, maar dan had ie z'n positieve toch 't best bij mekaar. Afrik. Nie by sy positiewe wees nie; sy positiewe by mekaar hou. Zie Van zijn stuk zijn. |
|