Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 154]
| |
k. 1003: Men bedenke toch, dat elke Algemeene Vergadering ƒ4000 aan ‘zuurverdiende’ contributiepenningen vordert! Voor zulk een ‘peulschil’ mag men wel ‘degelijke waar’ zien te krijgen; Handelingen Staten-Gen. 1912-1913, p. 2925: Men zal nu kunnen beleven dat de bespreking van dit laatste ontwerp veel tijd zal kosten, want het is geen peuleschilletje, dat wij niet behoorlijk en grondig zouden behoeven te behandelen; Nw. School, V, 274: Examen Middelbare Luchtscheepvaart, da's voor jou een peuleschilletje met jouw durf; VIII, 460: Hervormen moet geen peulschilletje zijn in ons vak; Handelsblad, 23 Januari (A) 1922, p. 10 k. 2: Zoo meent men, dat wij, Vlamingen, ook de moeilikheid met de scherplange en zachtlange e en o als een peulschilletje beschouwen. Vgl. voor allerlei benamingen om kleinigheden uit te drukken De Jager in Lat. Verscheidenheden, bl. 57 vlgg. |
|