1806. Dat gaat boven mijn pet(je),
d.w.z. daar begrijp ik niets van, dat gaat boven mijn begrip, of dat gaat boven mijn knar (hd. knarre; in Jord. II, 77) of dat gaat boven mijn prik (in Kunstl. 5). Vgl. Nkr. VIII, 25 April p. 2: Lees je De Vrije Sijmen? Nee? Natuurlijk niet, het meeste, wat daarin staat, gaat boven jouw petje; Het Volk, 30 Maart 1914, p. 3 k. 2: Dat zij dat ook al wou leeren! Maar die kunst blijkt te gaan boven haar pet; Nw. School, II, 177: 't Kan best wezen, dat het stuk boven z'n pet ging; II, 234: Het blijven bestaan van D.N.S. moge voor de stille pruttelaars als M.G. in Het Nieuwe Schoolblad een teeken zijn, dat er dingen groeien, waar ze met hun pet niet meer bij kunnen; Handelsblad, 24 Febr. 1919 (A), p. 13 k. 2: Bertus, waarom waren de wijzen wijs en de dwazen dwaas? Bertus antwoordt niet, 't gaat hem boven de pet; Het Volk, 23 Sept. 1915, p. 1 k. 3: Voor dat gemeentegepruts ben je goed genoeg, maar de hooge politiek gaat boven je boerepet; Handelsblad, 11 Sept. 1915 (avondbl.) p. 5 k. 5: Wat voer jelui nu uit? O, lezen hè? Hij sloeg de verzen van Leopold op, ‘Hm’ dat gaat boven m'n pet! Syn. er niet met zijn haakje bij kunnen in Nkr. X, 29 Jan. p. 8: Daar kan ik met me hakie niet bij. Syn, 't gaat mijn muts te boven in Haagsche Post, 5 Mei 1917, p. 447 k. 2:
Dan geeft u mij een stuk papier te lezen,
Waar allerhand geleerdigheid op staat,
Van koolhydraten, vet en calorieën,
Wat mijlenver mijn muts te boven gaat.
Afrik. dit is bo my jakhals, dit is bokant my vuurmaakplek, dit gaan bo my jakhalsband (Boshoff, 336). Iets in de pet hebben, iets in de gaten hebben, ook iets begrijpen (V. Ginneken II, 458). Ik heb er niks mee aan mijn pet, het kan mij niets schelen, het raakt mij niet; vgl. V.d. Water, 117. In den zin van ‘hoofd, hersenen’ komt ‘pet’ ook voor in Kunstl. 11: Daar schiet me wat in me pet!; evenzoo bl. 108; Jord. II, 478: Schiet me perdoes in me pet: Noú nog de Bochel!