moet afvallen.... Dit spreekwoord word toegepast op zulke, die ymand al te zeer pryzen en opvyzelen, zo dat hy de al te groote ophef en verwachtfng niet voldoen kan, en dus hem meer doen afvallen. De zegswijze wordt in de 17de eeuw gebezigd in den zin van iemand van den wal in de sloot helpen, hem nadeel berokkenen; ze komt voor bij Winschooten, bl. 262; 350 en Huygens VII, 334, die sprekende over den aanleg van den Scheveningschen weg zegt, dat het uitstellen en verzuimen van dit werk is veroorzaakt door ‘dat men nu en dan dese sake komende te roeren ende levendigh te maken, den Ruyter, soo men seght, over het Peerd heeft gesett, met het opwerpen van all te hooge voorslaghen’. In de 18de eeuw heeft ze de tegenwoordige beteekenis blijkens Tuinman I, 253 en Halma, 494: Iemand over 't paerd tillen, te veel prijzen of te sterk dringen, louer ou recommander trop quelqu'un, faire échouer ses desseins par les louanges outrées qu'on lui donne; Janus, 57: Over het paerd gebeurd worden; Harreb. II, 164; Ndl. Wdb. XII, 54; Schoolm. 114; 119; Landl. 398; Diamst. 360; Falkl. V, 20; Nkr. V, 26 Febr. p. 6; Het Volk, 6 April 1914, p. 2 k. 4; De Telegraaf, 20 Jan. 1915 (avondbl.), p. 5 k. 5; Brond. 244: Nico was ook de favori en werd over 't paardje getild; enz. Afrik. hy is oor sy perdjie getel.