Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1759. Het Trojaansche paard inhalen.Bij de belegering der stad Troje door de Grieken, haalden de Trojanen, op aanraden van Sinon, een groot houten paard, in welks buik eenige gewapende Grieken verborgen waren, de stad binnen, in de meening, dat deze dan onneembaar zijn zou. 's Nachts kropen de Grieken er uit, openden de poort en lieten de anderen binnen, die op die wijze de stad veroverden en verwoestten. Dit feit gaf aanleiding tot de uitdrukking, die gebezigd wordt ‘wanneer men argeloos zich zelf zijn ongeluk berokkent, terwijl men meent in zijn belang te handelen’. De uitdr. komt in de 17de eeuw o.a. voor bij Winschooten, 74; 94: Het Trojaans Paard inhaalen, sijn eigen selven verraaden; in den Verm. Vry. v.d.k. Uitr. Edelman I, 417; zie ook Sewel, 800; Tuinman I, 47; Ndl. Wdb. II, 2670; XII, 59; Handelsblad, 20 Juli 1918 (O), p. 2 k. 1: Van dat oogenblik af was het staats‘pensioen’ door den heer Talma zelf als een ‘paard van Troje’ in zijn dwangverzekering gehaald. Ook in het Latijn gold equus Trojanus voor een dreigend, groot gevaar (Otto, 126Ga naar voetnoot1)) |
|