1757. De beste paarden vindt men op stal.
Men zegt dit om te kennen te geven, dat die meisjes, welke altijd op straat loopen of zich veel in het publiek vertoonen, niet zoo goed zijn als zij, die thuis haren plicht vervullen en zich aldaar bezig houden. Vgl. Huygens, Zeestraet, vs. 534:
't Voorhout, die Kalverstraet, daer yeder brenght te Mert
't Jongh goed, of 't niet genoegh op stall gesocht en werd.
Zie verder Van de Venne, Bel. Wer. 244: de beste Paerden vindmen op Stal, en slimme Kringen langs de Wegh; Halma, 606: De beste paerden vind men op stal, proverbe, pour dire qu'il sied mieux aux honnêtes filles de demeurer chez elles que d'en être toujours dehors. Zie verder Adagia, 16: De beste peerden vindt men op stal, de sleghste overal, domi manere oportet belle fortunatum; Taalgids IV, 254; Eckart, 403: de beste Perde worden up de Stall söcht; Harrebomée III, 261 a; Breuls, 84: de beste peerd vind me op staal, de krakge euveraal. In het fri.: de beste hynsders vynt min op 'e stâl; voor Zuid-Nederland vgl. Rutten, 171 a; Antw. Idiot. 946; Waasch Idiot. 511 a: de beste peerden worden op stal verkocht, goede jongedochters moeten niet rondloopen om getrouwd te raken; zie ook Antw. Idiot. 683; goei koeikens vindt men op de(n) stal, kwiksteertjes overal, goede huisvrouwen moet men ten huize zoeken; 946; 1830: de beste koeien worden op stal verkocht en met de slechte leiden ze naar de mert, een jonkman moet eene vrouw te haren huize zoeken; Joos, 161; Volkskunde XVI, 63; Teirl. II, 160; De Cock2, 284; Claes, 123: de krakken (nietswaardige meisjes) loopen overal, maar de goei blijven op stal; Wander III, 1285; 1289.