Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1752. Het beste paard struikelt wel eens,d.w.z. ook de beste kan wel eens iets verkeerds doen; syn. van: aan een goed visscher ontglipt wel een aalGa naar voetnoot5); een goed schutter schiet wel misGa naar voetnoot6); de beste breister laat wel eens een steek vallenGa naar voetnoot7); een wijze hen legt wel een ei in de brandnetels of in 't rietGa naar voetnoot8); een goed schipper zeilt wel eens tegen een paal (Tuinman II, 10); een goed Seeman werd wel eens nat (Winschooten, 245); de beste kaatser slaat wel eens den bal mis (Ndl. Wdb. VII, 778). Zie De Brune, 356: | |
[pagina 129]
| |
Gheen peerd besleghen oyt zoo wel,
Dat niet en struyckelt door verstel.
en blz. 395: Een kloeck en wel besleghen paerd,
Dat struyckelt wel op effen aerd.
Te vergelijken hiermede is Goedthals, 104: een peert heeft vier voeten, ende geraeckt wel te vallene; Campen, 89: het struyckelt ofte valt wel een Peert, heft vier voeten. Ick swyghe dan een mensche, die mer twee voeten heft; Spieghel, 269. Zie verder Bebel, no. 241; Leeuwendalers, vs. 1292; Taalgids IV, 272; V, 185-186; Harreb. II, 162; Eckart, 404; Wander III, 1281, waar deze spreekwijze uit zeer vele talen wordt aangehaald; Rutten, 171: een peerd heeft vier voeten en dat tjobbelt (struikelt) wel eens, iedereen mist; Tuerlinckx, 497: I peäd mistredt hum wel inne kiër, en da's zoeë in groeëte biëst, elkeen kan missen; Waasch Idiot. 511 b: peerden vallen ook, al hebben ze vier pooten; Antw. Idiot. 945; Afrik. n perd het vier bene en hy struikel ook; in het fri.: in hynsder mei fjouwer poaten stroffelt wol ris; fr. il n'y a si bon cheval qui ne bronche (quelquefois); hd. das beste Pferd stolpert (und hat doch vier Beine); eng. it's a good horse that never stumbles. |
|