Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 106]
| |
vooral bij de zuidelijke volken, Grieken, Romeinen, Italianen werd en wordt geloofd, is bekend o.a. uit het Grieksche ὀφθαλμὸς πονηρός of φθονερός; ngri. κακὸ μάτι; lat. oculi invidi; it. mal' occhio of jettatura (vgl. lat. jactare oculos); eng. an evil eye; fr. le mauvais oeil; mhd. twerhe ougen; hd. ein böses Auge habenGa naar voetnoot1). Vgl. Ndl. Wdb. III, 484; Borchardt, no. 80; O. Jahn, Ueber den Aberglauben des bösen Blickes bei den Alten; Zeitschrift des Vereins für Volkskunde XI, 304 vlgg.; V.d. Vet, Biënboec, 167; Volkskunde XIX, 137; XXIV, 30-35; Hoops, Reallexikon, 304. Ook in het Friesch: oer dat bern binne in pear kweade eagen gien, dat kind is betooverd. |
|