Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 103]
| |
Oeconomicus, XII, 20 luidt het antwoord op de vraag, wat een paard het vlugst vet maakt: het oog van den meester. Vgl. lat. frons domini plus prodest quam occipitium; mlat. in facie domini servus bene servit ocelli (Werner, 40). Zie bij ons Scaecspel, 145: Des heren oge maect dat peert vet ende die beste misse (mest) zijn die voetsporen des heren (vgl. Huygens, Sp. Wijsheit: Geen miss soo goed als s Land-heers voet); Prov. Comm. 387: Heeren oghen maken schone peerde, lux domini pulchrum facit ornatum caballum, ex visu domini fit pulchritudo caballi; Cats I, 500 c; De Brune, 353; 373 en 399; Huygens, Cluyswerck, vs. 67 en Spieghel, Hertsp. 94: des meesters oogh maakt gladde paarden. Synoniem was des meesters voeten beteren tlant, l'oeil du maistre engresse le cheval (= lat. oculi et vestigia domini res agro saluberrimae (Goedthals, 103Ga naar voetnoot1)). Zie Bebel, no. 91; Harrebomée I, 377 b en III, 245; Ndl. Wdb. X, 2277-2278; Villiers, 90; De Cock2, 25; Waasch Idiot. 478 b; Wander I, 170 en Taalgids V, 178: Ver van je goud (goed) digt bie je schoa (= Campen, 10: wie veer vander handt is, die is nae by syn schade; Hooft, Ned. Hist. 417: Verre van hun goedt... heind by hunne schade); Ndl. Wdb. XIV, 189. Vgl. fr. l'oeil du maître engraisse le cheval; hd. das Auge des Herrn macht das Vieh fett; Graf Ego baut den Acker wohl und hat schöne Pferde; eng. the master's eye makes the horse fat (or the cattle thrive). |
|