Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1653. Hij is een nul in het cijfer,d.w.z. hij beteekent niets, wordt bij de optelling niet medegerekend, heeft niets in te brengen, is niet in tel; Afrik. hij is maar 'n groot nul. Vroeger zeide men ook een oo(tje) in het cijfer zijn, dat thans nog in Zuid-Nederland gebruikt wordt naast een nul in 't cijfer zijn en geteld worden gelijk 'n o in 't cijferen; zie Antw. Idiot. 484; 865 en vgl. De gelyke Twélingen. (anno 1677): Jy bent maar een ootje in 't syffer, je geldt 'er niet, manGa naar voetnoot3); Hooft, Ned. Hist. 846: Hy diende hun voor een o in 't syfer. Voor andere plaatsen zie Ndl. Wdb. XI, 230 en vgl. Tuinman I, 355; Halma, 384: Hij is maar eene nul in cyffer, il n'est qu'un o en chiffre, il n'a point d'autorité du tout; Harreb. I, 108. Ook hij is een nul vóór het cijfer (in Uit één Pen, 8), een nul voor het | |
[pagina 92]
| |
decimaal (in De Arbeid, 14 Febr. 1914, p. 1 k. 1) of eenvoudig een nul (18de eeuw). Zie Ndl. Wdb. IX, 2210. In het fr. c'est un zêro en chiffre; hd. eine Null sein; eng. to be a mere cipher. |
|