Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 90]
| |
1650. Hij is in zijn nopjes (of knopjes),d.w.z. hij is in zijn schik; eig. in die kleeren, waar noppen of knoppenGa naar voetnoot1), pluisjes op zitten (vgl. nopjesgoed, nopjeslaken en Heemsk. Arcadia, 21: De onderrok was van witte nopjes); dus in zijne mooie kleeren, in feestgewaad, en vandaar bij overdracht: hij is verheugd; vgl. no. 281 en 656. De eigenlijke beteekenis blijkt nog duidelijk bij Westerbaen II, 249: Maer sie wat schoonder verw dat op mijn koonen leyt.
Hoe net dat ick gekleedt, hoe braef ick in de noppen,
Hoe 'k in de plunje ben.
In denzelfden tijd komt de uitdr. ook reeds overdrachtelijk voor; o.a. in de Gew. Weeuw. II, 11: 't Is me lief, dat ik u zo in je knopjes vind. In de 18de eeuw komt goed of slecht in de noppen zijn nog meermalen voor in den zin van goed of slecht gekleed zijn; ook in dien van welgesteld of arm zijn; zie Van Effen, Spect. IV, 50; VI, 29; 55; Sewel, 526: Hy was wel in de noppen (or wel in den dos), he was very well clothed; Halma, 405: Il est en ses gogues, hij is in zijne vrolijkheid, of in zijne knopjes; W. Leevend VI, 30: Oom (kwam) van de werf, magtig in zyn knopjes, om dat het schip zoo glad als een veer was afgeloopen; Nw. Sckool V, 342: Wat ben ik in m'n nopjes, dat ze aan de Redactie van ons tijdschrift zoo goed het beulswerk verstaan; Ndl. Wdb. IX, 2154. Ook in Transvaal zegt men nog: hy is in syn knoppies (Onze Volkstaal III, 139). Synoniem was in de 18de eeuw: hy is wel in zyn lobbe (halskraag); Tuinman I, 304; Jord. 394), waarvoor men nog te Kadzand zegt: hij is wel in zijn lobbetjes (zie Nav. XI, 35); verder: in zijn goud gaan (zie het Ndl. Wdb. V, 465); in het Zaansch: hij is in zijn goed garen (of garing), hij is in zijn nopjes, in zijn element; in zijn gluur zijn, in zijn schik, blijde zijn (Boekenoogen, 228 en 1312); in Twente: in pöts wèzen, in zijn nopjes zijn; in het fri.: hy is in syn nopkes, wakker yn 'e bladeren, alhiel splinterny. |
|