1592. Het naadje van de kous
wil zeggen het fijne van de zaak. De zegswijze is eerst in de 19de eeuw aangetroffen; zie Harreb. I, 444: Hij wil het naadje van de kous weten; Nkr. III, 1 Aug. p. 6: Hoe ingewikkeld het ook zij, het naadje van de kous weet hij; Dievenp. 141: Die vroeg van alles; 't naadje van de kous; Nkr. III, 26 Sept p. 5: In hun eigenzinnigheid meenen de sociaal-democraten van alles het naadje van de kous te kennen; S.M. 1: Zij wil nu ‘'t naadje van de kous weten’ en dringt zich tusschen de talrijke, nieuwsgierig-belangstellende buren; Ndl. Wdb. IX, 1340. In het Antw. Idiot. 2214: den rechten draad van iet kennen.