Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1563. De handen uit de mouw(en) steken,Ga naar eind1563d.w.z. het werk flink aanpakken, het tegengestelde van met de handen in de mouw staan (zie Sart. II, 1, 95; III, 1, 8: Met de handen in de mouw gaen, manum habere sub pallio; in eos, qui otio languent). Zie Com. Vet. 11: Haar meeste heerschap of gesegh was dat zy zelfs aldereerst de handen uyt de mou staecken daer wat te doen was; Moortje, vs. 2589: Ick had hangden an mijn lijf, en ick konse uyt de mou steken; De Brune, Bank. I, 211; 275; Halma, 203: Handen uit den mouw steeken, mettre la main à l' oeuvre. Zie verder Ndl. Wdb. V, 1783; IX, 1186; Villiers, 83; fri. de hannen út 'e mouwe stekke; fr. mettre les mains à la pâte. |
|