Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1559. Mosterd na den maaltijd,d.i. het benoodigde brengen als het niet meer noodig, als 't te laat is. In de latere middeleeuwen bij Goedthals, 112: Mostaert dienen als tvleesch gheten is, fol cornard sert moustarde apres disner; vgl. verder Hooft, Brieven, 135: U E brief en tijdingen zijn ten laatsten te voorschijn gekoomen: mostart naa de maaltijdt; bl. 145: My is leedt dat de Fransche tijdingen zijn gekomen als mostardt naa den eeten. Zie verder C. Wildsch. IV, 190; V. Janus III, 218; Harreb. II, 46 a; III, 286; Ndl. Wdb. IX, 26; Villiers, 83. In het fr. servir de la moutarde après diner; eng. mustard after dinner (or supper) or after meat mustard; in het Nederd. Mustert na den Mâltid; wie Moster no den Êten kommen (Eckart, 370). Synoniem was: vijghen na Paschen (Campen, 110; C. Wildsch. IV, 190); Onze Volkstaal I, 30: vigen nae Paese, in banden (om het koren te binden) nae den oestGa naar voetnoot3); komen met het zout als het ei op is (Harreb. I, 178); komen met de paal, d.i. ovenschieter (of met bakmeel) als het brood in de oven is (Joos, 92); fri.: hy komt mei aeijen nei peaske; moster nei de mieltiid; lat. aquam infundere in cinerem. |
|