Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1527. Moedernaakt,d.w.z. geheel naakt, geheel ontkleed; mnl. moedernaect; moederbaren naect. Volgens sommigen, o.a. Kiliaen, zoo naakt als toen men uit zijn moeders lichaam kwam, zoo naakt als bij de geboorte (vgl. eng. as naked as born; J.B. Houwaert: Alsoo naeckt als sy van moeder lyve gheboren wasGa naar voetnoot2)); dial. priemeke nakend (V.d. Water, 120; Kil. primelnaeckt). Vgl. ook Servilius, 217: Alsoo naeckt als hij van moeder lichaem gecomen is, ter vertaling van: nudus tamquam ex matre. Γυμνὸς ὠς ἐκ μητρὸς. Zie | |
[pagina 34]
| |
Suringar, Erasmus CLIII; Huydecoper, Proeve I, 453-465; Ndl. Wdb. IX, 938 en Halma, 355: moedernaakt, bijv. nw. heel naakt. In Zuid-Nederland zegt men: puidemoedernaakt, puitjemoedernaakt, puitjenaakt, paddemoedernaakt, eigenlijk zoo naakt of moedernaakt als eene puit (pad), en dus hetzelfde als paddebloot; zie Schuermans, 513 b; De Bo, 901 a i.v. puitemoedernaakt; Ndl. Wdb. XII, 129; Loquela, 69, waar vermeld wordt bloed-moedernaakt; in Antw. moeiernaaks. Waarschijnlijker komt het mij voor, dat dit bnw. gevormd is naar analogie van moederene (zie no. 1528; vgl. nhd. mutternackt (mhd. mutterbar, mutterblôz) naast mutterstill, dat op dezelfde wijze moet worden verklaard.Ga naar voetnoot1) |
|