Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1510. Iemand de metten lezen,d.w.z. iemand de les lezen, hem kapittelen; eig. iemand den tekst van de metten voorlezen; dat zijn de gebeden, die soms te middernacht, doch in den regel te drie uren in den nacht moesten worden gelezen of gezongen, en waartoe de kloosterlingen door klokgelui werden opgewekt; mnl. mettene, lat. hora matutinaGa naar voetnoot1). In het laat-mnl. (zie Spreuken, 27 of Campen 58) komt voor: Sy heft hem die gardijns metten gelesen, een bedsermoen gehouden; hd. einem eine Gardinenpredigt halten. De tegenwoordige uitdr. komt in de 17de eeuw voor in de klucht van De Wynoegst (anno 1698), bl. 21: Een Juffer met verstand die speeld den baas, en wil de man de mette leezen; V. Moerk. 564: Ziet het voor deze reis door de vingeren, ik zal hem de metten eerst louter leezen. Zie ook Sewel, 487: Iemand de metten voorlezen (iemand kapittelen), to chide, to reprimand one; Brieven v. Abr. Bl. I, 125; C. Wildsch. V, 113; W. Leevend, VII, 361; enz. |
|