Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 25]
| |
1506. Onder het mes zitten,d.w.z. geschoren worden (Halma, 347), maar ook bij uitbreiding: in benauwdheid, in angst zitten, bepaaldelijk gezegd van hen, die een examen of een onderzoek ondergaan. Vgl. Bank. II, 210: Die onder 't scheer-mes van de krijgh zijn, weten wel hoe harden hand dat mars heeft, om te schrabben; Tuinman I, 227: Ymand onder 't vilmes krygen, iemand villen, plukken; Halma, 328: Iemand onder het lubmes hebben, of mishandelen; Van Dale: Iemand onder het lubmes houden, iemand den voet op den nek zetten. In het Friesch: hy snijt de ljue dy 't er onder 't mês kriget, hij laat zijne diensten grof betalen; onder 't mês sitte, geschoren; geëxamineerd wordenGa naar voetnoot1). Hiernaast iemand onder het mes nemen, hem onder handen nemen (Nkr. VI, 9 Nov. p. 4); onder het mes moeten, er aan moeten gelooven (De Arbeid, 18 Febr. 1914, p. 4 k. 4); onder het mes hebben, ondervragen. Vgl. Handelsblad, 19 Maart 1915, p. 9 k. 6 (avondbl.): André de Ridder heeft den schrijver Van Hulzen onder 't mes gehad. Over zijn plannen.... over zijn werkwijze. |
|