1507. Met het mes in den buik (blijven) zitten,
d.w.z. in pijnlijken toestand gelaten worden, in zorg en angst blijven; in het fri. mei 't mês yn 't liif sitte. Zie Tuinman II, 98: Hy houd hem 't yzer in den buik. Voor yzer word ook wel gezegt mes. 't Is hetzelve. Dit spreekwoord drukt uit, dat men yemand niet af helpt van eenige zwaarigheid, of ongelegentheid, maar in dien staat laat blyven, op dat hy altoos in ymands magt zy. Men zegt dus Hy heeft het harpoen in 't lyf. Haeret lateri lethalis arundo’. Misschien moet men met Laurillard, 36 denken aan het bijbelsche verhaal, dat Ehud zijn zwaard, dat twee scherpten had, den Moabietischen koning Eglon in den buik stak en het niet terugtrok (Richteren III, 16-22); Harrebomée en Van Eyk zoeken den oorsprong in de Japansche straf van zich den buik open te snijden (Taalgids III, 55-57). Liever zou ik in het algemeen denken aan een moord, waarbij men het slachtoffer met het mes in den buik laat liggen. Vgl. Joos, 71: Hij zit met den haak in de keel, d.i. hij zit bang, in een spijtigen toestand.