Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 24]
| |
os; eng. to the marrow of one's bones; fri. troch yl en sward, ieren en sinen, door aderen en zenuwen) wil zeggen iets raakt het hart, ons binnenste, ‘beschouwd als de zetel van verterend zielelijden, hevige aandoeningen of diep ingewortelde gebreken’; Ndl. Wdb. IV, 390. Vgl. Vondel, Geboorteclock, vs. 474: Door been en merg; De Brune, Bank. II, 126: Tot in het mergh en in de gebeenten iemand kennen; Hooft, Ged. I, 71: U crachten, die mij glissen door 't merrech in 't gebeent'; Vondel, Maeghden, vs. 745: De boosheid hecht te vast,
Die in gebeente, en mergh van jongs op groeit en wast.
Ook is bekend (tot) in merg en been; Zuidndl. bedorven tot in 't merk van zijn beenen, dat op dezelfde wijze gebruikt wordt als (tot) in hart en nieren; vgl. Rein. 2518: Hem es dat stelen ende dat roven ende dat lieghen gheboren int been; Ndl. Wdb. VI, 27; IX, 577 en het 17de-eeuwsche door den hals, met betrekking tot gezindheden, waarvan iemand diep doordrongen is.Ga naar voetnoot1) |
|