1488. Zijne matten oprollen,
d.i. weggaan, zijne biezen pakken, ‘opduwen’ (18de eeuw), opdoeken, opkramen, indoeken (Opprel, 61), de mars slaan (Sewel, 478). Voor de verklaring dezer uitdr., die o.a. voorkomt in V. Janus, 3, 181 zullen we moeten denken aan vloermatten of wel aan de matten, die rondreizende kunstenaars op den grond leggen om er hunne kunsten op te vertoonen, voor welke meening kan pleiten het Westvl. zijne schilderij oprollen en elders gaan zingen, vertrekken, heengaan, zijne matten oprollen (Schuerm. 589 b). Zie verder no. 229; Schuerm. 366 b; Joos, 88; Antw. Idiot. 1890; Ndl. Wdb. IX, 299; XI, 1136; XIII, 956; Nkr. II, 6 Sept. p. 3; VII, 8 Febr. p. 2; VIII, 5 Sept. p. 2: De aderlating zal het oude Europa zoo geweldig opgefrischt hebben, dat Uncle Sam zijn matten voortaan wel zal kunnen oprollen; De Tijd, 31 Jan. 1914, 2de bl. p. 1 k. 1: Heel de regeering rolt haar matten op, als protest tegen de uitspraak van den krijgsraad; Het Volk, 28 Oct. 1913, p. 1 k. 2: Die man is gesignaleerd. Als de christenen ooit weer wat te zeggen krijgen in de politek, kan hij zijn matten wel oprollen; 22 Oct. 1913, p. 5, k 2: Rolt nu uw matten