1400. Lieverkoekjes.
Wanneer iemand niet tevreden is met hetgeen men geeft, maar zegt liever iets anders te willen hebben, geeft men wel ten antwoord: liever-koekjes worden niet gebakken of de bakker, die liever-koekjes bakt, is dood of de lieve koekebakker is dood, lieverbroodjes worden niet gebakken (Harreb. I, 28; V. Schothorst, 167); zoo ook in Antw. lieverkoeksken bakken ze hier niet; die bakker is dood (Antw. Idiot. 763). Dit lieverkoek of liefkoek herinnert aan het door Kiliaen vermelde lijfkoeck, liefkoeck, libum, panis dulciarius, het in de middeleeuwen voorkomende lijfcouck en lijfcoucbackere, en aan het door Kiliaen vermelde lief-koeck-backer (Mnl. Wdb. IV, 609 en Gloss. flam. 185, 186). Ook kwam leefcoeck voor, dat we vinden bij Plantijn en Mellema. Thans kent men in Vlaanderen nog lijfkoek, d.i. peperkoek (De Bo, 634 a), in Brab. lieverkoek (Schuerm. 338) en voor korten tijd in Breda leefkoek (Hoeufft, 354). Ook in het hd. is Lebkuchen, in het mhd. leb(e)kuoche bekend. Zie Kluyver in den Feestbundel aan M. de Vries, 51-52; Noord en Zuid V, 310; Stallaert II, 165; Korrespbl. XXX, 89-92. Volgens Waasch Idiot. 808 zegt men ook: de lievers zijn af, die gaan niet meer, woordspel met liever (livre), geldstuk; daarnaast: ne liever is een haas, zei Doca tegen haar kind, en die loopen te zeer (De Cock2, 8).