Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 553]
| |
1381. Die zijn lichaam (of zijn lijf) bewaart, bewaart geen rotten appel.Ga naar eind1381d.i. men doet goed door voor zijn gezondheid te zorgen. Vgl. Tuinman I, 319: Die zyn lyf bewaart, bewaart geen rotte appelen; II, 97: Die zyn lichaam bewaart, bewaart geen rotte appelen; Harreb. I, 17; Boekenoogen, 21; fri. dy 't syn lichem biwarret, biwarret gjin rottige appel; Schuermans, 187: Die zien lief bewaart, bewaart gien douve (ijle, ledige) neut (te Roermond). Dee zen kneuk bewaort, bewaort gein rotte appele (MaastrichtGa naar voetnoot1)). |
|