luis over zijne lever; Het Volk, 27 Dec. 1913, p. 9 k. 4: Er zijn oogenblikken, waarin iemand een luis over de lever loopt, en doet men soms iets dat niet behoort; Jord. II, 11: Dat moest d'r compagnon, De Bochel, toch ereis kneisen. Daarbij liep hem een luis over de lever; Hesseling, Het Africaansch, bl. 85: Hij lijk of 'n vlooi oor sy lewer gekruip het; Afrik. Wat het nou weer oor jou lewer geloop? waarom ben je kwaad? 'n Vlieg het oor sy lewer geloop, hij heeft een slechte bui; Maastricht: Er trek e gezieg es of heum en loes euver zen lever krup; hd. es ist ihm etwas über die Leber gelaufen; die Laus läuft ihm über die Leber.