1371. Leven in de brouwerij,
d.i. ‘drukte, beweging, levendigheid, vroolijkheid (b.v. in een gezelschap), zelden in toepassing op vooruitgang in handelszaken. Volgens de legende afkomstig van den schilder Jan Steen, die in zijne verloopen brouwerij drukte aanbracht door er eendvogels te doen rondvliegen (zie Houbraken, Gr. Schoub. 3, 15)’; Ndl. Wdb. III, 1599; Lvl. 145: Zoo? gaat u uit eten? Komaan, d'r komt leven in de brouwerij; Lev. B. 165: Een krant voor onze buurt, om wat leven in de brouwerij te brengen; zoo ook bl. 167 en 171; Villiers, 73; fri. der komt wer libben yn 'e brouwerij; hd. Leben in die Bude bringen.