Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1333. Met een lantaarntje zoeken,d.w.z. zeer nauwkeurig zoeken, iets zoeken, dat niet gemakkelijk is te vinden; eig. overal in alle hoekjes en gaatjes het licht der lantaarn laten schijnen om het gezochte te vinden. Vooral gebezigd van iemand (of iets), die zeldzaam is, door zijne goede eigenschappen en dus niet gemakkelijk wordt aangetroffen. De uitdrukking kan ontleend zijn aan den Bijbel (nl. | |
[pagina 535]
| |
Zephanja, I, 12: ‘Ick sal Jerusalem met lanteernenGa naar voetnoot1) doorsoecken (kantt. met groote neersticheit)’, doch het is volstrekt niet noodzakelijk bij zulk eene algemeene gewoonte aan ontleening te denken.Ga naar voetnoot2) Vgl. Bank. II, 362: Al zoecken ze met lanterns, zy en konnen 't niet ontmoeten; Kluchtspel III, 17: Men kan nu qualyk 'en goet knecht vinden, al zocht men ze met 'en lantaren; Tuinman I, 234: Men zal dat noch met lantaarnen zoeken. Dit zegt men van iets, dat nu wel weinig geacht is, maar noch in een groote waardy staat te geraken, en nauwkeurig nagespeurt te worden; Harreb. II, 9; Zondagsbl. v.h. Volk, 1906, p. 21: Zeg jij tegen den minister dat een zeewaardige bom met een lantaarn te zoeken is; De Arbeid, 20 Mei 1914, p. 1 k. 4: Als men zoo ‘Het Volk’ las, dan was het alsof de Fransche syndikalisten met een lantaarntje waren te zoeken. Syn. is de 17de-eeuwsche zegswijze iets bij de kaars zoeken (Vondel, Amsteldams Wellekomst aen Fred. Henrick, vs. 133); hd. etwas mit Laternen suchen (Wander II, 1805). |
|