1273. Een kraan van een vent,
d.w.z. een knappe, geleerde kerel. Dit kraan acht men ontleend aan het fr. crâne, celui qui montre qqch. de très décidé (Hatzfeld, 583); een druktemaker. Ook als adj. is het in gebruik, zooals in un air, une attitude crâne, waarnaast het adv. crânement (= à la crâne) en een ww. crâner, den gebraden haan uithangen; zie no. 923 en Molema, 228 a. In Zuid-Nederland kent men kran, beslagmaker, druktemaker (Schuerm. Bijv. 175).