Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1260. Van een koude (kale of slechte) kermis (reis of markt) thuiskomen,d.w.z. ergens slecht wegkomen, in iets niet slagen, met de kous op den kop thuiskomen, op de koffie komen, van den bok droomen (Ndl. Wdb. III, 260; Bergsma, 61); op de appelmark kommen (Bergsma, 61); er met blekken buizen afkomen, zooals men in Zuid-Nederland wel zegt (Ndl. Wdb. III, 1770). Voor de beteekenis van koud en kaal in den zin van onbeteekenend, slecht zie no. 1258 en vgl. voor bewijsplaatsen: Boekenoogen, 415; Opprel, 64 en W. Leevend IV, 240; Nkr. II, 4 Oct. p. 3; 20 Dec. p. 2; VI, 7 Dec. p. 5; Het Volk, 12 Juni 1913, p. 1 kol. 2: De debaters die tegen Duys optreden, komen in den regel van een koude kermis thuis; 11 Sept. 1913 p. 3 k. 1; 24 Dec. 1913 p. 1 k. 3; Handelsblad, 16 Mei 1914, (ochtendbl.) p. 1 k. 3; 26 Aug. 1914 (avondbl.) p. 2 k. 6; Het Zevende Gebod, 115: U komt nog is van 'n slechte reis thuis; Dievenp. 65: Inwendig verkneukelde ik me al over de kouwe kermis, waarvan de toffe jonges thuis zouden komen. Syn. is van een verloren reis komen (Sewel, 670); van ne bedroofde reize in hoes kommen (Twente); slecht van iets thuis komen (Schuerm. 212); Waasch Idiot. 316 a; Antw. Idiot. 607); van een kale merkt komen, een slechten, beschamenden uitslag van iets bekomen, straf van iets te wachten hebben (Schuermans, 363; Joos, 73; Rutten, 143); van eene kale reis afkomen (Rutten, 186); van een kalen stroom afkomen (Rutten, 224); van iet tehuis komen (Tuerlinckx, 279; Rutten, 119; Waasch Idiot. 649 b; Antw. Idiot. 583); van een kaal reis komen, ter kaal van afkomen (Tuerlinckx, 297); ieverans van thuis komen, iets kwaads ondervinden (Tuerlinckx, 337); fri. fen in kâlde merk thûs komme.Ga naar voetnoot2) |
|