Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1259. Dat raakt mijn koude kleeren (niet),Ga naar eind1259d.w.z. daar trek ik mij in het geheel niets van aan; dat laat mij koud; dial. ook dat komt niet aan mijn japonnaise; fri. dat komt my net oan 'e kâlde klean; hd. das kommt mir nicht an die kalten Kleider; nd. dat kummt mi nich an mîn kolle Klêr (Eckart, 269). Eig. dat raakt mijn buitenste kleeren (niet), dus in 't geheel niet mijn hart; vgl. iets langs zijne koude kleeren laten (af)glijden, zich een onaangename bejegening niet aantrekken (o.a. Jord. 126Ga naar voetnoot1)), iets over zijn kant laten gaan. In de 16de eeuw bij Sartorius I, 4, 93: die praet komt hem aen sijn koude klederen niet, nostrates ajunt sermonem ne superas quidem aut frigidas vestes penetrare (ook I, 9, 7). De, uitdr. komt sedert de 17de eeuw dikwijls voor, o.a. bij Coster, 21 vs. 159; 487 vs. 416; 511 vs. 473; Bank. II, 2; 245; 334; H. Dullaert, Ged. 62: Geveinsde Farizeen, verdraaide schriftverstanden,
Wier wetspreuk, weits gezoomt rondom de tabbaardranden
Bewyst dat u de Wet, zo zielnut, zo volmaakt,
Niet eens aan 't harte, ô smaad! ô schanden!
Maar pas aan 't uiterste der koude kleedren raakt.
| |
[pagina 502]
| |
Huygens V, 167: Aen lichte Griet.
'Ten raeckt Jans koude kleeren niet,
Wat hij aen syn licht wijfje siet:
My dunckt hij heeft dat wel.
'Traeckt, niet syn' koude kleeren, Griet,
Maer 'traeckt uw warme Vell.
Zie verder Brederoo I, 28, 407; Antonides II, 282; Focquenbr. Eneas 84, 37; C. Wildsch. VI, 65; 117; Langendijk, Wederz. Huw. Bedr. vs. 1421; Tuinman, I, 178; Halma, 267; Sewel 393; Harreb. I 411; O.K. 166; Potgieter I, 2: Jan is voor lof en voor laster zoo onverschillig geworden, dat zij hem niet eens meer aan zijne koude kleêren raken - laat staan aan zijne onderzielGa naar voetnoot1); Schoolm. 124; Nkr. II, 27 Mei p. 2; III, 1 Mei p. 6; V, 10 Juni p. 4; VI, 28 Dec. p. 2; VII, 26 Juli p. 5; Jord. 357: Ze zag wel dat Neel zich heel moeilijk bewoog, maar dat raakte haar de koude kleeren. |
|