Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1204. Er een knoop op leggen,Ga naar eind1204d.w.z. met een vloek hetgeen men gezegd heeft als 't ware bekrachtigen, vastmaken; zie o.a. Harreb. I, 421; Zondagsbl. van Het Volk, 7 Maart 1914, p. 1 k. 3: Vooral één der agenten muntte uit in het vloeken en legde op bijna ieder woord den stevigen knoop: g.v.d. In de 18de eeuw: er een band op leggen of er stijve hoepels om leggen (Br. v. Abr. Bl. I, 79 en 278), waarvoor men in Braband nog gebruikt: er eenen band om leggen; in Aardenburg: er een kegg' (wig) op zetten (Noord en Zuid II, 317); in Zuid-Nederland: er eenen doorleggen of er eenen kraker bijzetten (Schuerm. Bijv. 20 a; 175 a; Teirl. II, 180); een knoop er rond leggen (Tuerlinckx, 331). In Willem Leevend VIII, 167: Knoopen van zyn rok laaten vallen; Harreb. I, 421: Hij laat eenige knoopen van zyn' rok vallen; Afrik. hy knoop baie. Hiermede is te vergelijken het fri.: der falt him wol ris in knoop fen 'e jas, holl. hij laat een knoop van zijn broek springen, waarnaast evenwel ook gezegd wordt: hy leit er in skippersknoop op; vgl. ook het fri. knopen draeije, vloeken; hd. einen Trumpf drauf setzen. |
|